Nieuws |
Onderzoek naar Parkinson is erg belangrijk. In juni ontving neuroloog prof. dr. Bas Bloem van het Radboudumc een Stevinpremie van 2,5 miljoen euro. Dit budget wil hij gaan inzetten om te onderzoeken of beweging het ontstaan van Parkinson kan vertragen of zelfs kan voorkomen bij hoogrisicogroepen. Want, wat is er eigenlijk bekend over de relatie tussen beweging en (hersen)ziekten?
Dr. Nico Weerkamp, neuroloog met aandachtsgebied bewegingsstoornissen bij Excellent Klinieken Zuid-Holland, legt uit: “De WHO bracht vorig jaar nieuwe beweegrichtlijnen uit. Als je de wereldbevolking langs die meetlat legt, dan blijkt fysieke inactiviteit de hoofdschuldige te zijn bij het ontstaan van chronische ziekten. Wereldwijd doet gebrek aan beweging dus meer dan bijvoorbeeld roken of hoge bloeddruk. Ook kanker komt veel vaker voor bij mensen met weinig aerobic fitness, met name borst- en darmkanker.” Met aerobe fitness worden inspanningen bedoeld, waarbij je zuurstof gebruikt. Dat gebeurt wanneer iemand langer dan één minuut beweegt. Bijvoorbeeld wanneer je 10 trappen oploopt of 1000 meter schaatst.
Beweging is ook goed voor Parkinsonpatiënten. Dat blijkt uit de Park-in-Shape-studie die in 2019 door Bas Bloem gepubliceerd werd. Maar liefst 130 Parkinsonpatiënten kregen toen een hometrainer thuis, waar ze een half jaar lang drie keer per week 30 tot 45 minuten op 80% van de maximale hartslag op moesten fietsen. De controlegroep deed slechts wat rek en strekoefeningen. Bloem heeft het onderzoek gegamificeerd om mensen beter te kunnen motiveren om te sporten: “We motiveerden mensen ten eerste om te starten, hun partner zei dan bijvoorbeeld: “Ik zal het dak voor je repareren als jij nu gaat fietsen.” Ten tweede was er motivatie tijdens het sporten: mensen speelden bijvoorbeeld PacMan en hoe harder ze fietsten, hoe meer monstertjes ze konden opeten. Na het sporten, als de patiënt op de bank zat uit te puffen, volgde ten slotte de beloning: hun partner had het dak gerepareerd en ging nu het gras maaien.” Deze aanpak werd ook toegepast op de controlegroep. Na een half jaar waren de verschillen duidelijk zichtbaar: “de mensen in de controlegroep gingen achteruit qua Parkinson symptomen, terwijl de interventiegroep klinisch stabiliseerde.”
Uit de vervolgstudie, die dit jaar gepubliceerd werd in Annals of Neurology, bleek het brein van de controlegroep tijdens de zes maanden een beetje te krimpen, zoals de literatuur ook aangeeft. Echter, bij de sportgroep was deze krimp stilgezet. “Dat is heel bemoedigend. Verder zagen we dat er in de sportgroep nieuwe functionele verbindingen ontstonden tussen de zieke basale kernen en de nog gezonde hersenschors, terwijl dat niet gebeurde bij de rek- en strekgroep. En ten slotte bleek de sportgroep ook nog eens te verbeteren op een cognitieve taak.”
Momenteel wordt er een nieuwe vervolgstudie uitgevoerd: StepWise. Al ruim 100 Parkinsonpatiënten nemen deel aan het onderzoek. Volgens Bloem is het gebruik van hometrainers lastig schaalbaar in lage-inkomenslanden. Voor dit onderzoek worden er daarom smartphones gebruikt om Parkinsonpatiënten te motiveren om te lopen. Ze worden onder andere beloond met kennis over Parkinson. “De bedoeling is dat patiënten net zo ‘verslaafd’ raken aan onze app als tieners verslaafd kunnen zijn aan Pokémon Go, waarvoor ze kilometers lopen om fantasiedieren te vangen.”
De Stevinpremie wil Bloem nu inzetten om te onderzoeken of beweging ook kan helpen om Parkinson uit te stellen of zelfs te voorkomen bij mensen met een verhoogd risico: “We hopen van onze Amerikaans-Brits-Nederlandse SlowSpeed-studie te leren hoe we gezonde mensen kunnen motiveren om meer te bewegen, en natuurlijk of dit dan effect heeft op het ontstaan van Parkinson.”
Bloem en Weerkamp bespreken (en benadrukken daarmee) de voordelen van beweging ook met hun eigen patiënten. Zo begint Weerkamp vrijwel ieder consult over het belang van aerobic fitness: “Het is belangrijk dat patiënten een sport kiezen die ze zelf leuk vinden. Ook spelsporten zijn prima, bijvoorbeeld voetbal, basketbal of rugby. Bij parkinsonpatiënten met loopproblemen kan een sport met lopen daarbij helpen. Maar als lopen heel slecht lukt is bijvoorbeeld fietsen of roeien vaak nog mogelijk.” Bloem vindt dat iedere neuroloog minstens één keer per jaar de invloed van een gezonde leefstijl moet bespreken met zijn of haar patiënten: “Ik vertel mijn patiënten altijd dat ze zelf meer kunnen doen om de ziekte te vertragen dan ik – de meesten vinden dat een prettig idee. Niet alleen sport en beweging, maar bijvoorbeeld ook voeding en stress.”
Auteur: redactie
“Wij hebben zeer goede zorg en service ontvangen van Zuster Jansen”
Mvr. de Jongh, Amstelveen
|